BESTAND: VOLUMES
Vanaf 10 jaar.
5e en 6e klas. Gerichte vaardigheden:
• Een veelvlak herkennen.
Een veelvlak van een niet-veelvlak onderscheiden. Merk de verschillen op tussen veelvlakken.
• Geef vaste lichamen weer en beschrijf ze.
Geef een vast lichaam weer in transparantie (verborgen randen in stippellijnen). Geef een vaste stof een naam om deze beter te beschrijven (aantal en naam van vlakken, randen, enz.).
• Classificeer en benoem de vaste stoffen.
Classificeer vaste stoffen volgens het aantal of de vorm van hun vlakken.
• Secties, inspringingen.
Bereid de aanpak van de patronen voor door de afdrukken van de gezichten te herkennen. Bereid de aanpak van vlakke geometrie voor door de vormen van de afdrukken van de vlakken van verschillende vaste lichamen te herkennen.
• Vaste patronen.
Maak vaste stoffen met behulp van door studenten gemaakte sjablonen. Ontvouw mentaal een vaste stof en herken het patroon ervan.
• Specifieke woordenschat.
Kennen: aangrenzend, diagonaal, evenwijdig, loodrecht.